Halfjaarlijkse screening van uw oude viervoeter
Bij ons kan u ook terecht voor een jaarlijkse screening van uw oudere viervoeter. We raden dit heel sterk aan bij honden en katten die ouder zijn dan 7 jaar.
Waarom is dit belangrijk?
Bepaalde ouderdomskwalen kunnen onopgemerkt de kop beginnen opsteken. Vele eigenaren merken de symptomen pas een stuk later op en gaan dan naar de dierenarts. Op dit moment kan de aandoening in kwestie al heel wat verder gevorderd zijn. Met behulp van deze seniorscreening kunnen we ouderdomskwaaltjes vroegtijdig gaan opsporen en deze gaan behandelen. Hierdoor kunnen we uw viervoeter een comfortabele oude dag bezorgen.
Wat kan ik hiervan verwachten?
Wanneer uw huisdier 7 jaar is of ouder, gaan we dit melden op uw rappelkaartje.
Opdat moment vragen we om uw huisdier op de dag van uw afspraak nuchter te houden zodat we bloed kunnen nemen. We vragen ook om, indien mogelijk, een urinestaal op te vangen en deze mee te nemen zodat we deze kunnen controleren.
Op deze manier kunnen we alle mogelijke kwaaltjes snel opsporen!
Veel voorkomende klachten
bij de oude kat
Blaasgruis en een blaasontsteking
Blaasgruis is een aandoening die veel problemen kan veroorzaken bij het plassen. Hierbij gaan zouten in de urine gaan uitkristalliseren (blaasgruis bestaat dus uit kristallen).
Deze kristallen kunnen samen klonteren tot kleine blaassteentjes zo groot als zandkorreltjes. Echte stenen worden in de kattenblaas zelden gevormd. Door de kristalvorming worden de urinewegen van het dier beschadigd. Dit kan zeer pijnlijk zijn voor de kat en kan ook leiden tot een infectie aan de urinewegen.
Blaasontsteking bij de kat wordt zelden veroorzaakt door een bacteriële infectie. Bij een blaasontsteking is de blaaswand ontstoken en daardoor zeer gevoelig. Elke druppel urine die vanuit de nier in de blaas komt, is pijnlijk voor de kat.
Blaasgruis en – ontsteking kunnen zowel bij katers als kattinnen voorkomen. Doordat kattinnen een korte, wijde plasbuis hebben, kunnen ze blaasgruis meestal goed uitplassen. Katers hebben het hier moeilijker mee. Een kater die problemen heeft bij het plassen, moet binnen de 15 uur door een dierenarts onderzocht worden!
Je kat gaat als gevolg hiervan een aantal gedragsveranderingen vertonen nl. vaak naar de kattenbak gaan om te plassen, miauwen bij het plassen, kleine beetjes urineren, veel persen zonder dat er urine uitkomt, veel likken aan zijn penis, plots naast de bak beginnen plassen, bloed bij de urine, …
De exacte oorzaak van blaasgruis is nog niet volledig gekend. Er zijn wel een aantal oorzaken aan te geven die de kans op het krijgen van blaasgruis vergroten, nl: geslacht, activiteit, gewicht, leeftijd, urineren, te weinig drinken, voeding met teveel zouten en stress.
Suikerziekte of Diabetes
Suikerziekte of Diabetes Mellitus bij de kat is een vaak gestelde diagnose. Bij deze ziekte wordt er oftewel te weinig insuline aangemaakt oftewel worden de cellen ongevoelig voor insuline. De cellen in de pancreas die instaan voor de productie van insuline geraken uitgeput bij te dikke katten, omdat ze constant insuline moeten produceren. Insuline is ook nodig om glucose te laten opnemen door de spier- en vetcellen.
Glucose wordt gevormd in de darmen bij de vertering van het voedsel. Vanuit de darmen wordt glucose opgenomen in het bloed en gaat het gehalte hiervan stijgen. Voor de lichaamscellen is glucose bijna onmisbaar, zowel als bouwsteen, als brandstof. Insuline zorgt er dus voor dat de lichaamscellen voldoende glucose kunnen opnemen en ook dat deze in het bloed binnen nauwe grenzen blijft. Wanneer de pancreascellen uitgeput raken en te weinig insuline produceren, blijft er teveel glucose achter in het bloed.
De belangrijkste verschijnselen van suikerziekte zijn veel drinken en plassen, honger hebben, vermageren. In een later stadium kunnen ze ook beginnen te braken, worden ze slaperig of kunnen ze neurologische verschijnselen krijgen.
Nierproblemen:
Nieren hebben vier belangrijke functies, nl:
- Het filteren van afvalstoffen uit het lichaam;
- Het produceren van renine, een enzym dat de bloedcirculatie controleert;
- Het produceren van erytropoïetine (belangrijk is in productie van rode bloedcellen);
- Het reguleren van de elektrolyten (K, Ca, P en Na).
Je dier zijn vacht wordt wat doffer, heeft minder eetlust, is lomer, vermagerd, drinkt veel en nadien plast etc. Dan kan het zijn dat de nieren van je kat minder goed functioneren. De symptomen van nierfalen komen ook bij andere ziektes voor, daarom zal de dierenarts je dier eerst uitgebreid onderzoeken om te zien of het om nierfalen gaat.
Er zijn twee soorten nierfalen:
- Acuut nierfalen: hier neemt de nierfunctie plots af. Dit kan komen doordat er te weinig bloed naar de nieren gaat of dat de urine niet meer uit de blaas kan. Ook vergiftiging kan tot acuut nierfalen leiden. De kans op volledig herstel van de nieren is het grootst bij acuut nierfalen.
- Chronisch nierfalen hier neemt de nierfunctie langzaam af. Wat de oorzaak van het nierprobleem dan is, is meestal niet meer te achterhalen. Doordat de nieren een grote reservecapaciteit hebben, ontstaan pas klachten wanneer 70% van de nierfunctie is uitgevallen.
Acuut nierfalen is meestal goed te genezen. Helaas is dit niet het geval bij de chronische vorm. De behandeling van een nierpatiënt berust vooral op het voorkomen van verergering van het nierfalen. Vele katten met nierfalen voelen zich al een stuk beter als we een deel van de klachten kunnen verminderen. De kwaliteit van het leven wordt verbeterd met de juiste medicijnen en dieet.
Hyperthyroïdie
De symptomen beschreven bij nierfalen, kunnen soms ook veroorzaakt worden door een te hard werkende schildklier.
De voornaamste taak van de schildklier in het produceren van schildklierhormoon (T4). Het schildklierhormoon reguleert praktisch alle organen in het lichaam. Bij het jonge dier beïnvloedt het vooral de groei. Bij het volwassen dier reguleert dit hormoon de snelheid van de stofwisseling m.a.w. de snelheid van het verbruik van voedingsstoffen en energie.
Wanneer er een schildklierprobleem bij de kat optreedt, zien we meestal een overproductie van het hormoon. Dan spreken we van hyperthyroïdie. De schildklier werkt te snel en veroorzaakt een snellere stofwisseling. Net zoals bij nierfalen, komt hyperthyroïdie voornamelijk voor bij oudere katten. Het is de meest voorkomende stofwisselingsaandoening bij de kat.
Veel voorkomende klachten
bij de oude hond
Nierproblemen:
De nieren hebben verscheidene functies bij de hond. De voornaamste zijn:
- Het filtreren van het bloed, waardoor de afvalstoffen uit het lichaam verwijderd worden;
- De regulatie van elektrolyten en mineralen (kalium, natrium en fosfor) in het bloed;
- De productie van hormonen die de productie regelen.
Wanneer je merkt dat je hond minder eetlust heeft, meer gaat drinken en plassen of uit zijn bek begint te stinken, kan je gaan denken aan nierfalen. Ook wanneer de hond regelmatig begint te braken en/of diarree heeft, uitgedroogd geraakt en daardoor lusteloos en zwak wordt, kunnen we ook al meer in de richting van nierproblemen gaan denken.
Deze symptomen komen ook bij andere ziektes voor. Het is dus belangrijk om naar de dierenarts te gaan zodat je hond uitgebreid kan onderzocht worden en de juiste diagnose kan gesteld worden.
Nierfalen kan, zoals bij de kat, chronisch of acuut zijn. De meest voorkomende nieraandoening is het chronisch nierfalen, wat voornamelijk voorkomt bij de oudere hond. Chronisch nierfalen is een onomkeerbare ziekte van de nieren. Doordat de nieren een grote reservecapaciteit hebben, worden de symptomen meestal maar opgemerkt wanneer 70% van de nierfunctie al is uitgevallen. Om deze reden is het enorm belangrijk om regelmatig het bloed van uw senioren hond regelmatig te laten controleren. Dan kunnen we deze problemen vroegtijdig gaan opsporen. Vermits het onomkeerbaar karakter van deze ziekte, kunnen we de nieren niet genezen. Wel kunnen we door de juiste medicijnen toe te dienen en het dieet aanpassen. Dit zou de levensduur en – kwaliteit van de hond verbeteren.
Hartproblemen:
Het is logisch dat naarmate dat een hond ouder word, de meest vitale organen mee achteruit gaan.
Daarom moeten we ook goed gaan controleren op hart- en longproblemen. Bij oudere honden horen we wel al eens sneller een hartruis opkomen. Vooral kleinere rassen hebben al eens sneller last van een lekkende hartklep maar ook grotere honden kunnen al eens last hebben van een uitrekking van de hartspier. Wanneer een hartaandoening snel kan worden vastgesteld, kunnen we het leven van uw hond comfortabeler helpen maken met de juiste hartmedicatie.
Diabetes
Net zoals bij de katten, komt suikerziekte ook regelmatig voor . Dit is dan vaak het gevolg van overgewicht. Ook bepaalde medicatie kan ervoor zorgen dat uw hond een grotere kans heeft op het ontwikkelen van diabetes. Drinkt uw hond veel? Moet hij enorm veel plassen? Braakt uw hond? Dan kan u steeds langskomen voor een check-up. Met de juiste medicatie en een goed dieet komen we al een stuk verder!
Pyometra of baarmoederontsteking:
Dit is een bacteriële infectie van de baarmoeder. Het is een veel voorkomende aandoening van de niet- gesteriliseerde teef. De gemiddelde leeftijd waarop een baarmoederontsteking wordt gezien bij teven is 6,5 tot 8,5 jaar. Alle niet gesteriliseerde teefjes van elk hondenras kunnen een baarmoederontsteking ontwikkelen. Naarmate de hond ouder wordt, wordt het risico op baarmoederontsteking groter. Het kan ontstaan na een loopsheid of na een bevalling, maar bij sommige honden kan het ook zijn dat er al meer dan een half jaar geen loopsheid meer opgemerkt is.
Niet enkel een bacteriële component kan een baarmoederontsteking veroorzaken, het ontstaat ook onder invloed van hormonen. Het hormoon progesteron gaat ervoor zorgen dan de baarmoeder slijm gaat produceren, die wordt opgestapeld in de baarmoederholte. Ook zorgt dit hormoon ervoor dat de baarmoeder minder wordt geledigd, door een verminderende spieractiviteit. En vermits een niet – gesteriliseerde teef heel haar leven onder invloed van vrouwelijke hormonen staat, hebben ze een levenslang risico op het ontwikkelen van een baarmoederontsteking. Ook het gebruik van anticonceptie, de prikpil, geeft een groot risico.
Symptomen van een baarmoederontsteking zijn:
- Witgele uitvloei aan de vulva;
- Sufheid;
- Koorts;
- Veel drinken en veel plassen;
- Braken en diarree;
- Verminderende eetlust
Wanneer er vuil uit de vulva komt, en je teef is niet gesteriliseerd, is de kans groot dat dit een pyometra is. Ga dan naar je dierenarts en deze kan aan de hand van verschillende onderzoeken de juiste diagnose stellen. Maar ook wanneer je hond suf en ziek is en er geen vuil uit de vulva komt, wordt een niet-gesteriliseerde teef steeds gecontroleerd op een baarmoederontsteking.
Eigenlijk is de enige oplossing tegen een baarmoederontsteking de hond steriliseren. Niet behandelen is geen optie, want de bacteriën kunnen naar de bloedbaan migreren en een sepsis (vergiftiging) veroorzaken, met als gevolg dat de hond in shock zal gaan. Het is ook belangrijk om vlug te handelen, te lang wachten kan het risico op verdere infecties vergroten.